(Wereld) Paul is onlangs bij de derde poging geslaagd voor zijn rijbewijs en heeft van een vriend een auto geleend die meer dan 25 jaar oud is.
Het vastmaken van je veiligheidsgordel was belangrijk op de rijschool, maar niet in de echte wereld van een 19-jarige. En de twee eerdere biertjes zijn waarschijnlijk prima, nietwaar?
Tweede 0
Paul rijdt 90 km/u. Zijn auto weegt 1.200 kg.
Bij deze snelheid heeft de auto 38.226 kg translatie-energie (kracht die in de rijrichting naar voren streeft).
Dit komt overeen met de kracht van een bom van 250 kg die vanaf een hoogte van 2.000 meter wordt gedropt, die met een kracht (gewicht) van 100 tot 300 megaponden (1 megapond = 1.000 kg) hard trottoir zou raken. Paul voegt op eigen initiatief 2.230 kg energie toe omdat hij 70 kg weegt en ook nog eens 90 km/u rijdt.
Net als hij op het punt staat een bericht op Facebook te uploaden, crasht hij tegen een boom.
Tweede 0.1
De tiende van een seconde is voorbij. De bumper en het radiatorrooster zijn gedeukt, de motorkap begint te krullen. De auto heeft ongeveer 5 km/u aan snelheid verloren. Paul voelt zich duidelijk naar voren geduwd. Naast het gewicht, dat in de bekleding 70 kg zit, heeft hij nu ook een gewicht vooruit van 170 kg. Paulus verstijft zijn benen om dit nieuws in de letterlijke zin van het woord tegen te gaan. En hij drukt tegen het stuur zodat het hem niet uit de stoel tilt. Hij tilt ongeveer 156 kg met zijn benen en 30 tot 35 kg met zijn armen. Hij zou nooit hebben geloofd dat hij zo sterk was, maar hij slaagde erin om te blijven zitten. Dan komt de tweede harde klap. Voordat hij er zelfs maar over na kan denken, is het voorbij, de tweede 0.1.
Tweede 0.2
De wat hardere delen van het voertuig, ophanging en radiator, zijn net bij de boom aangekomen; De verbindingen met de auto zijn verbroken, want de rest van de auto rijdt nog erg hard, vooral met de kofferbak achterin. Paul voelt nu een geweldige klap op zijn benen, omdat het deel van de auto waartegen hij zich met zijn voeten schrap zet, is
net afgeremd tot ongeveer 60 km/u. Met zijn benen tilt hij 350 tot 420 kg. Als hij nu zou willen blijven zitten, zou hij met zijn armen 220 kg aan het stuur moeten tillen, maar dat kan hij niet. Zijn kniegewrichten begeven het, ze breken gewoon met een crunch of springen uit het gewricht. En met zijn gewicht van ongeveer 140 kg trekt hij door een duidelijk merkbare kracht op een cirkelvormig pad omhoog in de hoek van de zonneklep. Al met al verdeelt Paul momenteel in totaal 413 kg dood gewicht over zijn ledematen.
Tweede 0.3
Paul heeft het nu wat makkelijker: hij is druk aan het vliegen, hij is nog op weg naar de obstakels. Zijn gebroken knieën plakken aan het dashboard, met zijn handen houdt hij het stuur vast, dat onder zijn greep elastisch buigt en hem met nog eens 5 km/u afremt.
Tweede 0.4
Paul is nog onderweg, zijn bekken raakt de stuurvelg. Paul weegt op dit moment nog maar zo’n 100 kg. De stuurkolom buigt onmerkbaar omhoog. Dan komt het vreselijke moment waarop het zwaarste en meest stabiele deel van de auto, de motor, tegen de boom botst.
Tweede 0.5
is net voorbij. Motor en Paul staan stil. Alleen de kofferbak rijdt nog 50 of 60 km/u.
De zijwanden van de auto reviseren zichzelf. De achterwielen rijzen hoog, twee of drie meter hoog. Maar we zijn nu niet geïnteresseerd in de auto: Hoe zit het met Paul
gebeurt er in deze tijd? Paulus kwam in de loop van een tiende van een seconde tot stilstand. Zijn gewicht groeide tot 973 kg. Met deze genadeloze kracht werd hij op de stuurkolom gegooid. Het stuur, waar hij zich nog steeds aan vasthield, zakte onder deze schok als een verrotte krakeling in elkaar. Met een kracht van ongeveer 870 tot 920 kg (afhankelijk van de sterkte van de volant) dringt de stuurkolom als een botte lans zijn borst binnen. Tegelijkertijd ramt het hoofd met een oorverdovende klap tegen de voorruit. Als Paulus zich niet met zo’n bovenmenselijke kracht aan het stuur had vastgehouden, woog hij op dat moment misschien 1.300 kg. En daarbij zouden de strak geregen schoenen van zijn voeten zijn gevlogen.
Eén of twee tienden van een seconde, dan is Paulus dood.
Na zeven tienden van een seconde
Koets nog steeds.
De ramp is voorbij.
Zeg ‘eenentwintig’, dat is één seconde.
No responses yet